Muts, sjaal en handschoenen. Hier zijn een aantal spreekwoorden en citaten over kou, koud, koude en vorst.

Resultaten 1 tot 15 van 15
Als de dagen gaan lengen, gaat de vorst strengen.
Weerspreuk. Het koudste deel van de winter komt na de kortste dag.Als je het koud hebt, zal thee je verwarmen. Als je het te warm hebt, zal thee je afkoelen. Als je depresief bent, zal thee je opvrolijken. Als je opgewonden bent, zal thee je tot rust brengen.
William GladstoneBaas Haneveer zat voor het raam
en keek bedroefd naar buiten
de sneeuw viel al de hele dag
wit was de wereld die hij zag
door dik bevroren ruiten.
(auteur onbekend)en keek bedroefd naar buiten
de sneeuw viel al de hele dag
wit was de wereld die hij zag
door dik bevroren ruiten.
Begin van een gedichtje
Een koud klimaat is gunstig voor de godsdienst: de mensen zitten binnen te bibberen en halen zich de gekste dingen in het hoofd.
Piet GrijsEen koude oktober, een zachte nieuwjaarsmaand.
WeerspreukEen zacht windje voerde het gezoem van bijen en de geur van honing met zich mede en de markies staarde met enige weemoed een vlucht trekkende ganzen na.
"Tiens," prevelde hij.
"De verten lonken;
in den vreemde wacht het avontuur.
Waar eens de stemmen klonken,
daar wordt het koud en guur.
Vol onrust klopt mijn hart".
Marten Toonder"Tiens," prevelde hij.
"De verten lonken;
in den vreemde wacht het avontuur.
Waar eens de stemmen klonken,
daar wordt het koud en guur.
Vol onrust klopt mijn hart".
Bron: De Trullenhoedster
Familie van de koude kant.
Aangetrouwde familie.Heeft januari koude en droge dagen, dan zal in februari de sneeuw u plagen.
WeerspreukHeeft januari koude en droge dagen, dan zal in februari de winter u plagen.
WeerspreukHet kan vriezen en het kan dooien.
Het is onzeker. Het kan alle kanten op gaan.Koud bier maakt warm bloed.
Bier verhit de gemoederen.Maken de mieren hoge bergen, zal dat een koude winter vergen
Roem gaat altijd gepaard met eenzaamheid. Succes is zo ijskoud en eenzaam als de Noordpool.
Vicki BaumSchrikkeljaar, koud jaar.
Weerspreuk.Vorst in september, zacht in december.
Weerspreuk