Een verzameling spreekwoorden en citaten over wormen.

Resultaten 1 tot 9 van 9
Boekenwurm (ook: Boekenworm).
Iemand die altijd met zijn neus in de boeken zit.Daar heb ik u, als ik zo vrijmoedig mag wezen. Mee-eters en dauwwormen kunnen maar al te gemakkelijk op het hoofd slaan.
Marten ToonderBron: De Pronen
Geciteerd: Joost
De dichter maakt zijden gewaden uit wormen.
Wallace StevensIk heb geen medelijden! Ik heb geen medelijden! Hoe meer de wormen kronkelen, des te meer verlang ik ernaar hun ingewanden te verpletteren!
Emily BrontëBron: Wuthering Heights
In een hol onder de grond woonde een hobbit. Geen naar nat hol, vol endjes wormen en een bedompte geur, maar ook geen droog, kaal, zanderig hol met niets erin om op te zitten of te eten: het was een hobbithol en dat betekent gerief.
J.R.R. TolkienBron: De Hobbit
Toen de mensen nog niet bestonden waren er al wormen om ze op te vreten.
LucebertVroege vogels vangen de dikste wormen.
Een aansporing om vroeg op te staan.Wij zijn allemaal wormen, maar ik denk dat ik een glimworm ben.
Winston ChurchillZo dood als een pier.
Helemaal dood.